15 november 2021
Heimwee naar IJsboerke
De dame tuurt geconcentreerd naar het scherm. Ze is mooi en even koester ik de illusie dat ze mij aankijkt. Helaas. Mijn dossier krijgt alle aandacht.
“Het is de APR driehonderdtachtig.”, klinkt het. Of zoiets. “Dat zie je in het document.” Ik scroll als een gek doorheen de negenendertig bladzijden. Tevergeefs. Ik overweeg de hele handel af te drukken, maar dat is slecht voor de bomen. “Het staat in de inbox, toegezonden in de app.” Ook daar lijkt het spoorloos.
“Als ik wist waar het stond, had ik je niet nodig.”, probeer ik schamper. Dat blijft niet onbestraft, want ze herhaalt het nummer en voegt er nieuwe moeilijke woorden aan toe.
In mijn hoofd begint het te tuiten. Dan weet ik het: Ik ben een analfabeet, het kan niet anders.
Ik moet gezucht hebben, want het lijntje tussen haar ogen is een diepe frons geworden, of is het gewoon de Teams applicatie die vastloopt op mijn scherm? “Je hebt een slechte verbinding.”, weet ze.
Onrust daalt als smog over het gesprek. Ik ben niet alleen een analfabeet, maar ook een armoedzaaier met een povere internetverbinding.
Ik hoor mijzelf iets onvriendelijks zeggen.
Zij verliest haar geduld, de moed zinkt mij in de schoenen. Of omgekeerd. Dat het belangrijk is alle documenten te ondertekenen, anders wachten er problemen. Of erger nog, wat als er brand uitbreekt of een muur instort?
Naast een analfabeet en een armoedzaaier ben ik straks ook een dakloze.
In een ultieme poging de verbinding te herstellen vraag ik of het een leuke job is, verzekeringen en zo. Dat had ik beter niet gedaan.
Het geval wordt onderwerp van gesprek met de oude en wijze professor T. (niet die van de televisie). “Ach, de digitalisering,” zucht hij, “ze hebben ons minder papieren beloofd maar het zijn er gewoon meer. Of misschien zijn we niet mee.”
Hoera! Het is gewoon de ouderdom! Dat is nog eens troostvol. Ik denk aan mijn papa, die met droge mond en zweetoksels naar de kleine letters op zijn pas aangeschafte laptop staart. Dat die fabrikanten die letters niet wat groter gemaakt hebben…
Hij begint elke zoektocht met het tikken van www. Zijn vingers beven over het klavier. Ik kan er bijna niet naar kijken. Sinds enkele weken loopt hij trouwens met een stok.
Wat zou ik graag nog eens klein zijn en op zijn sterke schouders zitten. Tijdens zo’n dag met als hoogtepunt het uitscheppen van vanille-ijs van IJsboerke. Toen verzekeringsmevrouwen nog niet bestonden. Toen papa’s nog onsterfelijk waren.
Dan vindt hij Theodorakis op YouTube. De oude rebel recht zijn rug en glimt van trots. De muziek heeft andermaal een leven gered.
Ook ik kan een dosis gebruiken, want straks bel ik mijn energieleverancier.
Bellen, ja. Dat is ook niet meer van deze tijd, ik weet het.