30 augustus 2024

Langs het tuinpad van mijn vader

‘Tout disparaîtra maisLe vent nous portera’
– Noir Désir

We vertrekken in het holst van de nacht om de files voor te zijn. Mijn vader draagt ons naar de auto. Zij slaapt, ik doe alsof. Mijn performance is weinig overtuigend. Te opgewonden. Het begin van een groots avontuur. Mijn zus en ik zullen die zomer de eerste keer lavendel ruiken, watermeloen – ‘pastèque’ – proeven en Italiaanse getallen nadoen. 

Kilometers lang ruziën we om de ruimte op de achterbank, strijdkreten inbegrepen. Dat we iets heel anders bevochten, zal ik pas jaren later begrijpen.

Mijn vader is te gelukkig om ons een tik te verkopen. ‘Rome zien en sterven.’, is zijn devies. Mijn moeder heeft het vooral druk. De eerste helft van de reis vraagt ze zich af of de friteuse thuis wel uitstaat. ‘Neen, Annie, we rijden niet terug.’ Verder is ze ongediplomeerd planlezer – met zo’n papieren exemplaar, dat onmogelijk correct dicht te vouwen valt – en voortdurend in de weer met pistolets en plastic zakjes. Nog voor Parijs heb ik de eerste keer overgegeven. De rest van de vakantie zien we kerken en nog meer kerken. Het is de tijd waarin Stratego winnen en het volgende ijsje veroveren de voornaamste zorgen zijn, de tijd waarin iedereen onsterfelijk is en alles altijd zo zal zijn.

Deze zomer ging ik opnieuw op vakantie. Hopelijk staat de kookplaat uit, denk ik ter hoogte van Venlo. Ook wij rijden niet terug, want we hebben het druk. Mijn lief – alias de salonfilosoof – kocht een auto waarvoor hij eigenlijk te oud is. Bovendien donderde hij een week eerder van een stelling en brak daarbij zijn pols. In een poging zijn haar te wassen voor vertrek, is het gips in het water terechtgekomen. Er hangt dus een lichte schimmelgeur in de nieuwe bolide.

Het zuinige gevaarte eist alle aandacht. We bestuderen de laadpaal met een combinatie van brillen. Zou die andere man toch op onze kosten aan het laden zijn? En waarom vraagt de auto wat we willen doen?
Als een bankbediende onverwacht belt, valt de navigatie uit. Het blijkt tegelijk onmogelijk om Rammstein de mond te snoeren. ‘Ich will!’ Jazeker, meneer. 

Nadat we alle piepjes eindelijk het zwijgen hebben opgelegd, is het lang stil. 

Ik draai mij om. Als ik goed kijk, dan zie ik ze, de twee zusjes. De strijd is voorbij. Ze zijn al spelend in slaap gevallen en liggen langs elkaar geplooid. Blauwe verfomfaaide jurken, zachte armen over warme beentjes. Geluk verdwenen in het gat van de tijd.

Ze weten niet beter dan dat het altijd zo zal zijn. Ze dragen dezelfde sandaaltjes.

I.M. Freya – voor altijd de liefste

*‘Langs het tuinpad van mijn vader’ komt uit het liedje ‘Het Dorp’ van Wim Sonneveld.
De melodie is gebaseerd op ‘La Montagne’ van Jean Ferrat. 

Nog meer wijsheid

Voor F., uit liefde
14 december 2022

Voor F., uit liefde


Altijd iemands vader, altijd iemands kind
11 november 2024

Altijd iemands vader, altijd iemands kind