11 november 2024

Altijd iemands vader, altijd iemands kind

Eindwerk MasterCourse aan de School voor Systemisch Bewustzijn – Nawoord

– Om het einde te begrijpen, moet je terugkeren naar het begin – 

De tijd heelt, wordt ervan gezegd.
Maar dit moet het zijn:
De tijd herhaalt.
– P. F. Thomése

In augustus 1914 steekt een twintigjarige Vlaamse boerenzoon de grens met Frankrijk over. Volgens zijn paspoort heeft hij grijze ogen en ‘blonde krollen’. Op de foto lijkt hij nog een kind. Acht maanden later meldt hij zich in Clermont-Ferrand als Oorlogsvrijwilliger voor het Belgische leger. De jongen heeft dan 700 km afgelegd, waarschijnlijk te voet. Kon hij zijn lot niet ontlopen? Of offerde hij zich op om zijn broer te redden?
Hij volgt de militaire opleidingen uiterst zorgvuldig, wordt korporaal, overleeft de verschrikkingen van de loopgraven en zwijgt erover. 

In 1919 keert hij terug naar zijn geboortedorp.

In 1930 trouwt hij. Hij krijgt zeven kinderen. Een jongen en zes meisjes. Dan slaat het noodlot toe. Twee dochters moet hij zelf begraven, een derde dochter takelt af voor zijn ogen. Hij zwijgt voorgoed. ‘Na de dood van Judith was het gedaan met hem.’, zegt zijn zoon. Die zoon is mijn vader.

In april 2022 verliest een jonge vrouw haar stem. Ook zij draagt haar lot in stilte.
In mei 2023 verliest ze haar leven. De jonge vrouw is de kleindochter van de korporaal, de dochter van mijn moeder en vader, mijn zus.

Het is genoeg. ‘Ik zwijg niet meer.’, zegt mama. Ze vertelt over toen en daar, over afwijzing en vernedering. Dan doorbreekt ook papa het zwijgen. Hij spreekt over nog langer geleden, over pijn en dood, over kapotgeschoten lichamen en vernietigde levens. 

Ik doe het enige wat ik kan doen: van de kapotte stukken iets proberen maken. Het begin van een reis naar 110 jaar geleden, naar de slagvelden van de Groote Oorlog. Onderweg ontmoet ik zielsverwanten. Ik stel vragen en nog meer vragen.
‘Papa, ben je al naar de Last Post geweest?’, is een van de laatste. ‘Neen, ik durf niet, ik ben bang dat ik zal huilen als een kind van vijf, wiens lekstok op de grond gevallen is. Het gaat ten slotte om mijn vader.’ Een aarzeling… ‘Als uw moeder meegaat, dan doe ik het.’

In mei 2024 sta ik zelf aan de Menenpoort, voor de 33.220e ceremonie. De klaroenen, woorden, zang, daarna een oorverdovende stilte. Tranen stromen over mijn wangen. En niet alleen over de mijne. Mensen van overal in de wereld hebben verdriet meegebracht. We zijn allemaal kinderen van vijf die iets verloren zijn. En iets gekregen hebben. Het leven. Een stem. De mijne zal ik gebruiken.

Maar voor nu eindigt de reis hier, in Ieper. Ik buig.

‘Leef jij je leven, fluistert Freya, dan is mijn dood niet voor niets geweest.’ 

When you go home, tell them of us and say
For your tomorrow, we gave our today.
– J. M. Edmonds

I.M. Maurice Vander Laenen (1893-1974)
I.M. Freya Vander Laenen (1972-2023)

‘Àltijd iemands vader, altijd iemands kind’ is een nummer van Willem Vermandere.

Nog meer wijsheid

Langs het tuinpad van mijn vader
30 augustus 2024

Langs het tuinpad van mijn vader