05 februari 2024
Ongeschikt voor de liefde – deel VII
We komen thuis na een feest. Het is laat.
Nog voor zijn hoofd het kussen raakt, valt hij in slaap.
Ik begin ineens te huilen. Om haar, zij die nu witruimte geworden is, om mijn ouders, die het met die witruimte moeten doen, om mijn lege handen, om de ellende in de wereld.
Het huilen wordt hartstochtelijk snikken. Dat kan ook aan de drank liggen.
Hij troost mij.
‘Dank u, want het is laat en je bent moe.’, zeg ik.
Hij: ’Ik zal proberen niet te snurken terwijl ik je troost.’
Het snikken wordt schaterlachen: de prins in de bedstee is gearriveerd.
I.M. Freya – voor altijd de liefste